Het rivierengebied telt negen dijkringen, gebieden die omsloten zijn door één doorlopende dijk. Bijzonder zijn de zeer kleine dijkringen van Heerewaarden, Alem en Bern. De dijkring Ooijpolder delen we met Duitsland. Als bij extreem hoogwater de Kromme Nol kering en de Wilhelminasluis de Afgedamde Maas afsluiten, dan vormen de gebieden Altena en Bommelerwaard één dijkring. Bijzonder is ook de Diefdijk, de ‘compartimenterende dijk’ tussen Gorinchem en Culemborg, die van oudsher Holland beschermt bij een Gelderse dijkdoorbraak. » dijkringen
Overal in het rivierengebied kruisen dijken en wegen elkaar. Op die plekken zijn speciale doorgangen in de dijk gebouwd, die we bij hoogwater dicht zetten: coupures. Soms zijn historische stadspoorten nog altijd coupures, zoals de Dalempoort in Gorinchem of de Waterpoort in Woudrichem. Bijzondere coupures zitten in de Diefdijk, waar de snelweg A2 de dijk kruist bij Everdingen, en op de Waalkade in Nijmegen. Het waterschap test elke coupure minstens eens in de vijf jaar.
Bij extreem hoogwater werkt onze dijkbewaking vanuit zes dijkposten, verspreid over alle dijkringen. Daar staat de uitrusting klaar, net als balken om coupures te sluiten en big bags en zandzakken. De dreiging kan vanaf de rivieren komen, maar ook vanuit zee. Daarom heeft de Alblasserwaard drie extra steunpunten. »dijkposten
Begin 1995 stond het water van de Rijn, Maas en Waal hoog tegen de rivierdijken, bij Lobith maximaal 16,68m +NAP. Toen onzeker werd of de dijken het zouden houden, moesten een kwart miljoen mensen evacueren. Uiteindelijk braken de dijken niet, wel volgde een grote dijkversterking. De dijken kunnen nu een waterstand aan van 18m +NAP bij Lobith en zijn veel sterker.
De laatste overstroming in het rivierengebied was tijdens de Watersnoodramp van 1953, toen een stormvloed en springtij vanuit zee de dijken braken, onder meer in de Alblasserwaard en het Land van Altena. In de Tweede Wereldoorlog zetten de Duitsers de Betuwe en de Ooijpolder onder water, om de geallieerde opmars te stuiten. Langer geleden zijn de dijkdoorbraken in het Land van Maas en Waal en in de Bommelerwaard, door hoogwater en ijsdammen.